Alles en iedereen heeft een digitale tweelingbroer of -zus. Denk aan computersimulaties voor grote bouwwerken, of virtuele prototypes voor nieuwe auto’s. Maar ook jij hebt er één – in de vorm van alle data die er over jou zijn verzameld. Vaak denken wij als mens dat we die digitale kopieën volledig in de hand hebben. Maar is dat wel zo?
In een fascinerende mix van dans en technologie biedt Digital Twin ons een inkijkje in deze ontastbare tweelingwereld. Choreografen David Middendorp en Wubkje Kuindersma onderzoeken in deze nieuwe productie de tussenruimte en interactie tussen de fysieke wereld en het digitale domein. Hoe verhouden ze zich tot elkaar en hoe werken ze samen? Dansen met een tweelingversie van jezelf of met iemand die er fysiek niet meer is: Digital Twin bewijst dat het kan!
In digitale vorm voortleven
David Middendorp gaat in Missing nog een stap verder door ons mee te nemen naar de nabije toekomst. In dit ontroerende werk gaat een danseres een duet aan met iemand die er fysiek niet meer is, maar wiens digitale versie nog voortleeft in een andere wereld. De choreografie toont ons hoe het zou zijn als we een digitale kopie van onszelf zouden kunnen achterlaten voor onze geliefde(n). In Frequentie 3 (een derde versie van een eerdere choreografie) slaat Middendorp weer een heel andere weg in en duiken we met hem in de wereld van de getallen. De dansers in het stuk maken de wiskunde die achter digitale werelden schuilgaat als het ware zichtbaar met gedanste vloertekeningen van ‘digitaal zand’ dat reageert op trillingen (zogeheten Chladni-patronen). Kunnen wij als mens iets aan die formules en frequenties veranderen of ontstaat er dan chaos?
“Dancing with your digital twin brother or sister? It's possible!”
Dansende drones
Het slotstuk in Digital Twin is Middendorps veelgeprezen Airman, maar dan in een nieuwe uitvoering onder de titel Airman 2.0. De choreografie sluit naadloos aan bij het thema ‘digital twin’, want de twaalf drones die Middendorp in deze nieuwe versie gebruikt kunnen alleen ‘dansen’ doordat er van elke drone een digitale tweelingversie is waarmee de berekeningen gedaan worden om ze te laten vliegen. De machientjes lijken vaak een eigen leven te leiden en dat is niet alleen spectaculair, maar op een bepaalde manier vaak ook ontroerend.